VLECHTWERK
Een vlecht of platting is een stevige bundel die gemaakt wordt van draad, haar, riet, stro, touw of ander materiaal. Het bestaat uit drie of meer strengen die zorgvuldig in elkaar gevlochten zijn. Het proces van het creëren van een vlecht wordt vlechten genoemd en heeft door de geschiedenis heen verschillende doeleinden gediend, zoals het maken van manden en als decoratieve haarstijl.
Een mand is een gevlochten object, dat ook wel bekend staat als een korf. Het kan voorzien zijn van handvatten of een hengsel om het gemakkelijk te kunnen dragen en wordt gebruikt om spullen in te doen. Een mand is van alle zijden afgesloten, behalve aan de bovenkant. Soms kan deze opening worden bedekt met een deksel. Traditioneel worden manden gemaakt van materialen zoals wilgentenen, stro, gras en rotan, die zeer geschikt zijn voor het vlechten van manden.
Vlechten en weven zijn nauw verwante technieken. Bij beide technieken worden strengen materiaal over en door elkaar heen verbonden. De vervorming van het materiaal, evenals eigenschappen zoals stijfheid en wrijving, zorgen ervoor dat het gevlochten of geweven patroon zijn gewenste vorm behoudt en niet uit elkaar valt. Het proces van vlechten en weven is afhankelijk van de vaardigheid en creativiteit van de vakman, die met zorg de juiste draden of strengen selecteert en ze met elkaar verweeft tot een stevig en duurzaam geheel.
Zowel vlechten als weven hebben een rijke geschiedenis en worden wereldwijd toegepast in verschillende culturen. Ze dienen zowel functionele als esthetische doeleinden. Naast het maken van manden en het creëren van haardrachten, worden vlecht- en weeftechnieken ook gebruikt bij het maken van kleding, tapijten, meubels en diverse andere handwerk- en kunstwerken. Het is een ambachtelijke vaardigheid die door de generaties heen wordt doorgegeven en blijft evolueren met nieuwe materialen en ontwerpen.